Wat een mooi verhaal zou kunnen zijn over vriendschap
en delen, wordt in mijn ogen echter volledig verstoord door het eindeloos
herhalen van "goede levenslessen". Op een paar bladzijden tijd krijgt
de (voor)lezer slagzinnen naar het hoofd geslingerd als 'als je deelt, krijg je
meer', 'klagen heeft geen zin. Of je lost iets op, of je houdt je mond' of 'het
helpt niet dat ik zoveel verzamel, want ik voel me nog steeds alleen'.
En passant worden we gewaarschuwd voor de gevaren van bliksem
('als er onweer is, zal ik maar niet in een plas gaan staan!') en honger ('er
zijn plekken waar niemand iets te eten heeft. Op sommige plekken vechten ze
zelfs om eten'). Het ligt er allemaal zo dik bovenop, dat het echte verhaal
over een eekhoorn die leert delen en zo vrienden maakt, quasi vergeten wordt. Er
blijft enkel een hoop didactisch goedbedoeld gepreek over. Wanneer Pinky Pepper
op één van de laatste bladzijden ook nog eens begint over het verdwijnen van
bossen, is het kalf helemaal verdronken. Eens het boek sluit, bleef ik met een
honger zitten. Want wat is dat "raadsel in de bomen" nu eigenlijk? Ik
heb er geen antwoord op kunnen verzinnen.
Erg jammer, want ik kwam ook enkele zaken tegen die
getuigen van Laurentien van Oranjes liefde voor de taal. Zo bevindt Pinky
Pepper zich tussen de "gefrummelde blaadjes" (waarom bestaat dit
woord nog niet?) en kan ze overal naartoe door te "glimpsen" (korte
afstandjes afleggen aan een enorme snelheid). Ook Sieb Posthuma heeft zijn
talent aangewend om van dit boek een succes te maken. Wat hij hier verwezenlijkt
met potlood en waterverf is soms echt indrukwekkend. De tekeningen in het begin
van het boek zijn zeer eenvoudig (misschien zelfs een beetje te), maar dit
maakt hij goed door de prachtige prent op de laatste bladzijde, waarop Mr
Finney en Pinky Pepper genieten van een nachtelijk babbeltje onder een
prachtige sterrenhemel. Posthuma heeft een goed gevoel voor kleur, wat het
meest tot zijn recht komt in de tekeningen van het bos en de boomhutten van de
eekhoorns.
Kortom: een gemiste kans. Een mooi verhaal, ondergesneeuwd
door het didactisch wijsvingertje van de auteur. Gelukkig kan de (voor)lezer
genieten van enkele raak gekozen woorden en een paar boeiende prenten.